Albert Gelissen. Begin december gaan de hoogste klassen van St Jan op retraite bij de Jezuieten in Spaubeek. Daar kom ik warempel na 5 jaar mijn ziekenbroeder van het ”Canisiuscollege” in Nijmegen weer tegen, Broeder Dekkers. Hij is hier de grote regelaar. Hij is ook blij verrast mij terug te zien. We krijgen allemaal een kamer aangewezen en een programma van de komende dagen. Veel is daar niet van blijven hangen. Die lezing maakt grote indruk op mij. Supplement, beeld- & boekwerken te Beek Ubbergen, biedt gelezen en ongelezen drukwerk aan. Heerlijk voor de bijtjes Zonnebloem van Emile Nolde (1867-1958) ----- HET LIED DER DWAZE BIJEN Een geur van hoger honing. We krijgen een fotootje van de gelaatsafdruk in de lijkwade. Op het negatief is een duidelijk gezicht te zien. Het vertoont grote gelijkenis met de vroegste afbeeldingen die we van Jezus Christus kennen. De pater is er wel van overtuigd, dat de lijkwade echt is. Hij heeft er heel wat argumenten voor gevonden en maakt ons daar deelgenoot van. Het kerstrapport ziet er redelijk goed uit en zo gaan we het nieuwe jaar 1. Op school werken we hard aan allerlei examenopgaven van voorafgaande jaren. De wiskunde vakken blijven een zwak punt. In mei beginnen de schriftelijke eindexamens. Dan is het wachten op de uitslagen. Daarna komen de mondelinge examens voor Nederlands en de talen. Voor scheikunde, biologie en natuurkunde heb ik een vrijstelling. Voor de twee wiskundevakken niet. Bij de meeste mondelinge examens zitten examinatoren van buiten de school (lectoren en professoren van universiteiten). Ik ben niet ontevreden over het verloop.
Watersnood en storm in Nederland 1500-2000 lijst van 642 publicaties uit de Nederlandse Centrale Catalogus (NCC), over of n.a.v.Op de dag van de diplomauitreiking is er geen telefoontje gekomen, dus ben ik geslaagd. Mijn vader heeft het allemaal niet afgewacht. Hij is met een collega Gerits met een busreis naar Itali. Naar de zon, is zijn motto. Hij zit het hele jaar al onder de grond en wil in de vakantie graag veel zon en water om te zwemmen. Hij bezoekt Rome, Napels en tenslotte Capri met zijn prachtige grotten aan zee. Daarheen stuur ik een briefkaart met mijn puntenlijst. Die begint met een 5 en een 6 voor de wiskundevakken. Dan volgen negen maal een 7 en een 8. Aan de andere kant van de lijst staan nog een 8 en twee keer een 9. Toch geen gekke lijst. Ik denk dat hij na ontvangst van de kaart wel een paar pilsjes is gaan drinken met zijn collega. Mijn moeder is weer eens trots op haar zoon maar laat dat nooit zo openlijk blijken. Nu heb ik dan eindelijk vakantie. Ik heb intussen ook toelatingsexamen voor de kweekschool in Heerlen gedaan. Van de directeur, de heer Houwen, krijg ik te horen dat ik geslaagd ben. Maar ik zal eerst nog in militaire dienst moeten. In december moet ik me in de kazerne in Venlo melden bij de Limburgse Jagers. Mijn plan is om de kweekschool met Hoofdakte te doen en daarna M. O. Maar eerst moet ik een goede invulling voor al die maanden vrije tijd gaan vinden. Tegenover ons huis aan de Voltalaan ligt nog een heel terrein braak, maar daar gaat binnenkort op gebouwd worden. Vorig jaar heb ik ook een aantal weken bij een aannemer gewerkt als sleuvengraver voor de funderingen van nieuw te bouwen huizen. Hier in de mijnstreek moeten de huizen gebouwd worden op flinke funderingen van gewapend beton. Dit om zogenamde mijnschade in de toekomst te voorkomen. Dat is nu weer het geval bij de huizen die tegenover ons gebouwd gaan worden. Het duurt niet lang of ik sta ook hier sleuven te graven. Dat gebeurt met een speciale maat steekschop. De sleuven zijn 2. Ik speel nu een thuiswedstrijd. Ik kan tussendoor even naar huis om een kopje koffie of iets anders te drinken. Niet zo erg veel: 2. Het is hard labeur voor weinig geld. Ik ben geen uitgaanstype en kom uit met 1. Voor mij is die 2. Met dit baantje kom ik de maand juli door. De zaterdagmiddag is voor de verkennerij, waarin ik nu volledig meedraai in het programma. De woensdagavond wordt als instructieavond gebruikt voor de PL’s en APL’s van de patrouilles. Knopen leren, seinen, kaartlezen, toneelspelen, maskers maken, zijn allemaal vaardigheden die dan aan de orde komen. Op de zaterdagavond ga ik al jarenlang op de fiets naar Schinveld, mijn geboortedorp. Ik breng dan de avond door bij mijn vriend Stef Wojtkowiak. Hij speelt van muziek, die door familie in Polen naar Nederland gestuurd wordt. Dat is hun mogelijkheid om iets terug te doen voor de vele voedselpakketten die moeder Stani naar Polen stuurt. Ze heeft haar ouders al zeker 2. Datzelfde geldt ook voor haar stiefzuster Lenie, die getrouwd is met Zef Rademakers). Als het uurtje muziek voorbij is, gaan de mannen kaarten. De woonkamer is inmiddels van de achterkant van het huis naar de voorkant verhuisd. Vaak is ook de vriend van Andr. We spelen een Duits kaartspel, dat vader Thomas ”Mauschelen” noemt. Voor hem heeft moeder Stani, door mij met tant Tascha aangesproken, een paar flesjes bier in huis. Dit op aanraden van mijn moeder. Sindsdien gaat hij niet meer naar de kroeg. Thomas werkt nog als houwer ondergronds, maar hij heeft lichter werk gekregen in verband met zijn stoflongen. De verdiensten zijn daardoor flink achteruit gegaan, want hij werkt niet meer in accoord. Het schoolgeld voor Stef heeft nu plaatsgemaakt voor het schoolgeld voor Andr. Stef is al in 1. 95. HBS- B. En sinds september 1. Andr. Hij is een nog betere leerling dan Stef al was. Stef is na zijn afstuderen meteen gaan werken als leerling analist op het chemiebedrijf van de staatsmijnen. Hij is nog geen Nederlander en hoeft dus ook niet in militaire dienst. Hij heeft intussen al aan een landelijk examen voor Wetenschappelijk Analist deelgenomen. Voor theorie had hij een negen, maar hij zakte voor zijn praktijk door onveilig werken. Een jaar later zal hij wel zijn diploma halen. Als analist moet hij de producten van de kraakinstallaties controleren. Dat betekent bij weer of geen weer de trappen van de torens op om monsters te nemen, om die vervolgens in het lab te analyseren. Hij wordt zelfs een keer op zondag door zijn vadere uit de kerk gehaald, om met spoed naar het bedrijf in Beek gebracht te worden. Onze kaartavonden zij gezellig en eindigen meestal rond half een. Dan stap ik weer op mijn fiets en rij via de westkant van Brunssum en Treebeek naar Mariarade, waar ik dan rond . Er is dan meestal geen mens meer op straat en het fritenzaakje bovenaan de berg van het Leeuwstuk staat er dan ook erg verlaten bij. Na ”Negen heit de klok”, een zeer goed beluisterd radioprogramma van de KRO, gaan de meeste mensen op stok. Zo ook mijn vader en moeder. Ik doe zachtjes en lig al snel, zonder veel plichtplegingen, lekker onder de wol in mijn ruime twijfelaar. We hebben een nieuwe rector gekregen, die kennelijk als taak gekregen heeft om geld bij elkaar te krijgen voor een nieuw kerkgebouw. Zijn preken gaan daar steeds vaker en meer over. Hij doet mevrouw Boss verzuchten: ”Straks heeft hij een nieuwe kerk, maar geen gelovigen meer.” Het is inmiddels augustus en het Verkennerskamp staat weer voor de deur. Maar ook de Welpen gaan op kamp en rekenen weer op de steun van de verkennersstaf bij de inrichting van hun kamp op de boerderij. De verkenners gaan dit jaar naar Putbroek. Ik ben weer fourageur. We hebben een mooi weiland en er is weer een bos in de buurt. Pater Felix is ook weer mee. We hebben goed weer, want . U raadt het al, we hebben St. Clara een worst beloofd. De namen van de verkenners die mee zijn per patrouille: Houtduiven; Pl. Wim Hendriks, Henk lenselink ’4. Alex Lenselink ’4. Jos Dirks’ 4. 2. Valken; Pl Harry Boesten, Apl Jozef Zwart, Knibbeler, Menjel Koopmans, Bert Kleine, Johan Fr. Het kampgeld is nog steeds 2. Hij heeft een heel stel scholieren aan het werk. Ik ben inmiddels al twintig en stevig uit de kluiten gewassen. Voor mij heeft hij een speciaal karwei. Hij neemt me mee naar een grote werkplaats. Een gedeelte van de werkplaats is afgeschot van de rest. Tussen de houten blokjesvloer zijn cementen fundamenten zichtbaar, waar grote machines op gestaan hebben. Die fundamenten moet ik er uit zien te halen. Als gereedschap krijg ik een afbouwhamer die ook de mijnwerkers gebruiken, een kruiwagen en een platte schop. Ik sluit mijn afbouwhamer aan op de luchtdrukleiding en begin in het beton te boren. Er gebeurt hoegenaamd niets. Zeker deze staatsmijnenbeton. Daar werd niet mee grommeld. De aannemer is vertrokken naar een andere klus. Ik kan niet verder en neem er mijn gemak van. Het heeft geen zin om hem op dat uitgebreide terrein te gaan zoeken. Als hij na een tijdje weer eens komt kijken, heeft hij snel in de gaten dat er een veel zwaardere hamer nodig is. Hij zal er een moeten kopen en tot zo lang ga ik naar een andere klus. Bovenop de toren staat een halve hoogspanningsmast. Ergens bovenin de toren moeten een paar muurtjes gemetseld worden. Aan ons de taak om cement en stenen naar boven te heisen. Beneden in de toren staat een kleine lier waarmee zaken naar boven gehesen kunnen worden. Wij staan boven in de toren bij een ijzeren reling, zodat we niet uit de toren kunnen vallen. Boven ons is een katrol aan een balk bevestigd. Naar beneden kijkend zie ik de eerste kruiwagen met stenen naar boven komen. Het is de bedoeling dat ik de kruiwagen bij de handvaten pak en over de reling, op borsthoogte, naar binnen trek. Op dat moment moet de lierman beneden kabel vieren en kan ik de kruiwagen een zachte landing op de vloer laten maken. Bij de eerste lading stenen gaat het perfect. De kruiwagen gaat weer leeg naar beneden. Even later wordt er weer geroepen dat hij naar boven komt. We zitten minstens 2. De kruiwagen komt er aan en ik pak te handvaten weer vast en trek aan de kruiwagen. Nu moet de lierman kabel vieren, maar hij doet het te snel, waardoor de kruiwagen met zijn bomen op de balustrade blijft hangen. Er liggen 2 zakken cement van elk 2. De kruiwagen zit met drie kabels aan de haak van de lierkabel vast. Twee kabels zijn met ringen over de handvaten geschoven tot vlak aan de bak; de derde kabel zit met een haak boven het wiel van de kruiwagen. De lierman krijgt een teken dat hij moet trekken, zodat de bomen weer los van de balustrade kunnen komen. Dan blijkt, tot ieders ontzetting, dat de haak aan het wiel is losgeschoten. De kruiwagen wordt mij nu uit de handen getrokken en verdwijnt plotseling in de diepte. Over de reling kijkend zien we alleen een grote stofwolk van cementstof.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
December 2016
Categories |